Gemeente Wingene

Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) werd op 23 september 1997 goedgekeurd door de Vlaamse Regering.

Dit RSV bevat een informatief deel, waarin de bestaande toestand van het Vlaamse grondgebied wordt bestudeerd en een richtinggevend deel dat de visie uitdrukt op de gewenste ontwikkeling van ditzelfde gebied.

Ten slotte zijn er ook de bindende bepalingen die drie types kunnen omvatten :

  1. de selecties en indelingen in beleidscategorieën
  2. taakstellingen in verband met de uitvoering
  3. kwantitatieve bepalingen in verband met de structuurbepalende componenten en het ruimtegebruik van diverse maatschappelijke activiteiten. 

Algemene bepalingen

Het RSV heeft als algemene visie: ‘Vlaanderen, open en stedelijk’. Deze stelling omvat een aantal ruimtelijke principes:

  • Gedeconcentreerde bundeling van wonen en werken

Dit principe heeft tot doel een selectieve concentratie van de groei van het wonen, werken en andere functies in steden en kernen na te streven. Verweving van activiteiten staat hier voorop en gaat men in tegen ongebreidelde suburbanisatie.

  • Poorten als motor voor ontwikkeling

Zee- en luchthavens zijn omwille van hun internationale betekenis de motor voor de economische ontwikkeling van Vlaanderen.

  • (Bestaande) infrastructuren als bindteken en basis voor locatie van activiteiten

Er dient een locatiebeleid te worden gevoerd op basis van mobiliteitskenmerken van de activiteit.

  • Fysisch systeem is ruimtelijk structurerend

De kenmerken en processen van het bestaande fysisch systeem vormen het richtinggevend kader voor de ruimtelijke ontwikkeling van de verschillende structuurbepalende functies wonen, werken, landbouw en natuur van het buitengebied.

In grote lijnen wordt het Vlaamse grondgebied opgedeeld in:

  1. de stedelijke gebieden
  2. het buitengebied
  3. de gebieden voor economische activiteiten
  4. de lijninfrastructuren.

De planningshorizon van het RSV is 2007.

Wingene behoort tot het buitengebied

De ruimtelijke structuur van het buitengebied wordt bepaald door:

  • de natuurlijke en de agrarische structuur
  • de nederzettingsstructuur
  • de infrastructuur

De wisselwerking tussen deze structuren resulteert in een specifiek landschap. De onderlegger van al deze structuren is het fysisch systeem: het geheel van eigenschappen, processen en onderlinge relaties van klimaat, lucht, bodem en water. Er wordt gestreefd naar een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Dit is slechts mogelijk indien bij de ontwikkeling van de structurerende activiteiten en functies (landbouw, natuur, bos, wonen en werken) het bestaand fysisch systeem mee als uitgangspunt wordt gehanteerd.

De belangrijkste doelstellingen van het RSV voor dit buitengebied zijn:

  1. het vrijwaren van het buitengebied voor de essentiële functies (landbouw, natuur, bos en wonen en werken op het niveau van het buitengebied)
  2. het tegengaan van de versnippering van het buitengebied
  3. het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied
  4. het inbedden van landbouw, natuur en bos in goed gestructureerde gehelen
  5. het bereiken van een gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied
  6. het afstemmen van het ruimtelijk beleid en het milieubeleid op basis van het fysisch systeem
  7. het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

Wingene is een specifiek economisch knooppunt

Wingene is in het RSV geselecteerd als specifiek economisch knooppunt. Doelstelling van het RSV hieromtrent is het verder bundelen van economische activiteiten in de economische knooppunten.

Er wordt geopteerd om nieuwe economische activiteiten van regionaal belang en herlokalisatie van bestaande regionale bedrijven te concentreren in de economische knooppunten. Lokale bedrijventerreinen vangen de nieuwe en de te herlokaliseren lokaal verzorgende bedrijven op.

De selectie als specifiek economisch knooppunt gebeurde op basis van de volgende drie criteria:

  1. een totale tewerkstelling boven de 3.500
  2. een industriële tewerkstelling van meer dan 1000
  3. een arbeidsbalans (= verhouding tussen de totale werkbevolking en de actieve bevolking) van meer dan 60.

De provincie is bevoegd om in de specifieke economische knooppunten de regionale bedrijventerreinen af te bakenen. De gemeente bakent de lokale bedrijventerreinen af.