Gemeente Wingene

Tot rust komen in het badhuisje

Net zoals het koetshuis dateert het badhuis uit 1816, in volle Romantiek, een periode waar prieeltjes bijzonder populair waren. Het badhuisje, ook wel het Aubetje genoemd, werd bezocht “à l’aube” (bij dageraad), om er een bad te nemen en daarna een frisse duik te nemen in het water van de wal. Een moment van ontspanning, pure wellness.

De houten vloer met verzonken bad ligt op het niveau van de deurdorpel. Onder het gemetselde en betegelde bad staat een open haard om het water in het bad lekker op te warmen. Aan de achterzijde van het “Aubetje” is er onder het vloerniveau een deurtje waarlangs je de stookplaats kon betreden. Het personeel maakte hier een open vuur rechtstreeks onder het bad. De warme lucht gaat langs kanalen in de hoeken van het badhuis naar de bovenverdieping, die door hetzelfde vuur wordt opgewarmd. Het proces kan je hiernaast meevolgen.

Deze afbeelding toont niet alleen de wal van het kasteel met het badhuisje. Als je goed kijkt zie je in de achtergrond ook de kerktoren op de Markt met links daarvan de oude brouwerij. De brouwerij werd in 1864 gebouwd door Hubert Pattyn voor zijn zoon Augustus. Nadat de zoon sterft in 1870 neemt de andere zoon Victor Pattyn, die geneesheer is, de brouwerij en de woning over. De brouwerij wordt uitgebreid en Victor Pattyn wordt in 1895 verkozen tot burgemeester. Na zijn overlijden in 1901 wordt hij opgevolgd door dokter Leon Isebaert, die ook met zijn weduwe huwt. De achterliggende brouwerij neemt op 31 augustus 1906 een benzinemotor in gebruik. Tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt de woning vanaf augustus 1917 door de Duitse bezetter opgeëist om er het "Generaalcommando" te huisvesten. Zoon en brouwer Leo Isebaert was in de jaren 1940 eigenaar van een vijftigtal herbergen.